|
|
Verlangens: 2010
Haar laatste station: 2012
De kleine Bactriër: 2014
Ringen van Zilver: 2016
Alle boeken kunnen worden besteld bij uitgeverij Lecturium www.lecturium.nl en verder bij Bol en via iedere boekhandel in Nederland en België.
Hartelijke groeten, Jacques Verbeek
|
Fragmenten uit: Ringen van Zilver
- Ze vraagt of ik vaker kom en ik zeg, in mijn beste Italiaans, dat het de eerste keer is. Haar ogen zijn van een kleur, die ik alleen ken van de zee in september als de zon ondergaat. Ze koopt twee karaffen.
- Het weemoedige geluid van duduk klinkt over de daken. Ik ken de man die het instrument aan zijn mond heeft. Hij is een eenvoudige timmerman overdag, stoelen en tafels maakt hij, jaar in jaar uit, maar ’s avonds verandert hij in de koning van de wijk. Wanneer hij niet meer zou spelen zouden de straten in opstand komen. Want straten kunnen ook eenzaam zijn. Al begrijpen vuurvliegjes dat en geven ze hun beste glimlach.
- Aanvankelijk kan ik de slaap niet vatten. Er is zoveel gebeurd. Niet de wereld is veranderd, ik ben veranderd. Een ding weet ik zeker. In de tas van Tarub zit het boek van Ahmed. Dat laat ik aan niemand zien. Ze zullen het niet begrijpen.
| Een overzicht van het boek: De kleine Bactriër'De kleine Bactriër' volgt drie generaties. Het begint ruim 2.000 jaar geleden in Bactrië, noordoostelijk van huidig Iran. Lange tijd woonden er Griekse nazaten van Alexander de Grote. Twee families vluchten oostwaarts om politieke redenen. Deel twee gaat over Tariq; hij verlaat India om in Sidon, Libanon te eindigen. Hier speelt zich deel drie grotendeels af. Tot op een dag Saïda vertrekt naar het hart van de Middellandse Zee. Mensen komen en gaan, op zoek naar een betere toekomst, maar vooral naar het geluk. 'De kleine Bactriër' is historisch, spannend en ontroerend, net als de eerdere romans van de auteur.
| Een overzicht van het boek: Ringen van Zilver

|
|
RINGEN VAN ZILVER
JACQUES VERBEEK
Het is 1551. Een Ottomaanse aanval op Malta wordt met grote moeite afgeslagen door de Maltezer ridders en plaatselijke bevolking. De bewoners op zustereiland Gozo hebben minder geluk. Zij worden vrijwel allen meegenomen in slavernij. We volgen twee Gozitanen, het echtpaar Gabriel en Anna. Wat voor impact hebben de gebeurtenissen op hun leven. In zijn boeiende schrijfstijl kruipt Jacques Verbeek (zijn 4e boek alweer) onder hun huid, bijna drie decennia. Maar soms lijkt de tijd even stil te staan.
|
| Fragmenten uit: De kleine BactriërHet was een warme zomerdag. Ik had het eerst niet in de gaten. Mijn Griekse slavin die mijn voeten masseerde was de eerste. Hij staat er, riep ze. Ze wees door het raam. Ik zag een lange man. Eenvoudig gekleed, met een donkergrijze mantel. Alleen, als een standbeeld. Hij leunde tegen de oude vijgenboom. Zo omstreeks dezelfde tijd als nu. Ik sprong uit mijn ligstoel, trok mijn mooiste kleren en duurste schoenen aan. Mijn slavin kamde snel mijn haar en deed nog wat extra make-up hier en daar. Ik ging naar buiten. Ik trilde over mijn lichaam, maar liet niets blijken. Wat er toen gebeurde, ik heb er dagen niet van kunnen slapen. Nog steeds komt het af en toe bij me op.
In Barygaza, maar het kan ook een andere stad geweest zijn, had een waterdrager twee grote emmers. Hij had over zijn schouders een stuk hout, zodat aan elke kant een emmer kon hangen. Nu was de ene emmer helemaal gaaf en de ander had een flinke barst. Wanneer de waterdrager na lang sjouwen bij de woning van zijn heer kwam was de ene emmer nog helemaal vol, maar de gebarsten emmer nog maar halfvol. Dat ging zo een aantal jaren, de waterdrager leek erin te berusten, dat hij dus maar anderhalve emmer water kon geven. De gave emmer was zich wel bewust van de eigen kwaliteiten en liet dat blijken ook, terwijl de kapotte emmer zich schaamde, zich terneergeslagen voelde, want hij kon maar voor de helft voldoen aan waarvoor hij gemaakt was.
Li kende de vlakte blijkbaar uit zijn hoofd ondanks de sneeuw. Bij het volgende bergmassief lag een grote gletsjer, die ze alleen konden passeren met een grote omtrekkende beweging. Het was er akelig stil en in zijn logheid was de gletsjer vreemd, vijandig en afwachtend. Er was geen plek om te overnachten, dus reden ze stapvoets verder. Urenlang. Het was maar goed dat het bijna volle maan was, want anders zou het te riskant zijn geweest. Er kwam een fluweel nachtbriesje en wolken dreven als grijze en zwarte vogels langs de maan. | Een overzicht van het boek: VerlangensHet is mei 2015. Een gepensioneerde heeft zich teruggetrokken op Gozo, zustereiland van Malta. Hij heeft een droom: nog eenmaal de vrouw te ontmoeten die hem twintig jaar geleden heeft afgewezen. Maar er zijn er meer die een droom hebben. Zoals Olga die de wijde wereld intrekt. Laila, Francis en Mohammed die een missie hebben. Maureen die van muziek houdt. Julian die alles zo graag anders wil. Ludovico die zijn eigen weg volgt en er niet slechter van wordt. Gozo lijkt even centraal te staan in een reusachtig web, hier komen een aantal draden samen. Maar dan gaat ieder weer verder, behalve de gepensioneerde. Hij wacht en hoopt. Er is zelfs een spin die hem lijkt te begrijpen.
| Fragmenten uit de roman ‘Verlangens’ Pagina 10
Zo had ik het gedacht. Zo zou haar reis kunnen zijn. Zo zou haar aankomst op Gozo kunnen zijn. Zo zou het gebeuren, dacht ik, op 15 mei 2015, een dag voor de ontmoeting. Zo was de droom die ik regelmatig had. Maar ik kende Elene niet. Niet goed in elk geval. Ze kwam 11 mei, vier dagen eerder. Alleen
Pagina 17
De spin zei: ‘Dit web weef ik om slechte dromen te vangen. Alleen de goede dromen kunnen door de ruimtes van de webdraden. Dit is mijn geschenk aan u. Gebruik het maar om de goede dromen te onthouden. De slechte dromen zullen voor eeuwig vast blijven zitten in het web, daar heeft u dan geen last meer van.’
Pagina 75
Ik denk aan de mooie zin van Dante ‘De liefde die de zon en andere sterren voortbeweegt’. Daar mag wat mij betreft ook ‘de zee en de golven’ bij staan. Ik eet een meegenomen ‘hobz biz-zejt’, dat lekkere Maltese brood, met olijfolie, overrijpe tomaat, kappertjes, ui, knoflook en tonijn.
Pagina 119
Ze had nog nooit zo’n man gezien. Een ongewoon rustige man. Hij was lang, had donker krullend haar en een mantel zoals de mannen die wel vaker dragen, Joodse mannen dan. Ze zag Hem vlakbij. Hij had mooie ogen en Zijn vingers waren lang en verfijnd, niet zoals de meeste mannenhanden. Zij hoorde Zijn stem, zacht maar toch indringend. Hij sprak Aramees. Maar toen Hij bemerkte dat de vrouw Hem niet verstond sprak Hij Grieks.
Pagina 197
Met wilde ogen keek Bionda de anderen aan en spoog flink wat wijn tegen het half geopende raam om haar woorden kracht bij te zetten. De donkere wijnstrepen vormden onderaan de ruit flinke druppels die een voor een naar buiten vielen, de straat op. Pedro zat zelf ook te koken van woede toen hij zijn kinderen en aangetrouwden zo verdrietig en boos zag en het glas trilde in zijn hand. De stoppels op zijn kin trilden van emotie. Hij balde zijn linkervuist maar zei nog niets. Eigenlijk wilde hij wat zeggen, maar zijn strot zat dicht van de spanning.
Pagina 286
Toen de eerste zonnestralen doorkwamen was ze teruggezakt op haar bed en overleden. Met een glimlach op haar gezicht. De mannen en Nasreen hadden haar in doeken gewikkeld. De witte vleugels van de dood hadden haar meegenomen, op reis naar die andere wereld. Nasreen had voorzichtig Fatima’s ogen gesloten en samen met de bewakers een kort gebed gezegd. Een stoffige lichtbundel van de opgaande zon had hen allen beschenen.
Pagina 293
Ik verlaat de hoofdstad en neem de weg naar Sannat. De afstand is niet groot en al gauw zie ik het hotel in de verte. Ik kijk op mijn horloge. Te vroeg nog. Ik sla een boerenweggetje in en parkeer de auto pal aan de zijkant van de muur, naast een scheefhangende deur, met daarachter een pad dat leidt naar een boerderij. Ik klim op een rotsmuurtje. Ik zie mooie aardappelplantjes tussen de bruine aarde. De zon ligt als een warme deken over de velden. Ik popel van verlangen om haar te ontmoeten, nog een half uur. Maar gespannen ben ik wel.
| Signeersessie Boek VerlangensIn 2011 heb ik een signeersessie gehouden voor oud-collega's, vrienden en geïnteresseerden op het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Het was een erg leuke ervaring. Bedankt!
| Een overzicht van het boek: Haar laatste station

|
|
Een spannende roman die zich afspeelt tussen 1938 en 2016. Het eerste deel begint met Valera, die terug kijkt op haar leven. Ze gaat nog een keer naar het station, de plek die ze haat. Deel twee begint met Elene, die haar vriend Jaap bezoekt op Gozo, Malta. Ze wordt bij terugkeer in Nederland geconfronteerd met gebeurtenissen die een grote impact hebben. Ze gaat weer reizen en ontdekt dat de herinnering aan haar grootste verdriet leidt naar haar grootste geluk. Eén boek, twee delen die ogenschijnlijk niets met elkaar van doen hebben. Gaandeweg blijkt dat juist het omgekeerde het geval is.
Bestellen
Wij bieden u het circa 310 pagina's tellende boek aan voor de prijs van € 24,95 (exclusief verzendkosten).
Bestel het boek nu
|
| Fragmenten uit ‘Haar laatste station’Er scheen een bleek zonnetje, zwaar belaagd door donkere wolken die met reuzenstappen uit het noorden kwamen opzetten. Ze brachten de mare van herfststormen en havenarbeiders die met verweerde koppen en hoge kragen hun ladingen losten, gevolgd in de avonduren door een stevig glas bier en een scala aan rauwe grappen. Maar toch geschiedde het, op die ochtend was hij zijn grote liefde, mijn moeder, tegengekomen. Hij kende haar een beetje. Violeta Schmidt. Ze was weduwe.
Ik besloot naar het verlichte raam van de boerderij te kruipen. Het moet een uur of drie vier ’s nachts geweest zijn. Het leek een eeuwigheid te duren. Uiteindelijk lag ik hijgend onder het raam, waar uitspringende bakstenen enige beschutting boden. Binnen brandde een lamp boven een tafel. Druipend en smerig van modder en mest richtte ik me op. Ik drukte mijn gezicht tegen het raam. Er stond een olielamp op de tafel en in de hoek smeulden lichtgevende kooltjes in de open haard. Mijn bezwete haren plakten tegen de ruit. Er lag een krant, ‘Le Matin’.
Een dun briesje waait de inham binnen. Ik kijk op mijn handen, die geel zijn van het fijne stof dat van de stenen komt. Ik denk, veronderstel dat ik de honden niet had en zou hier wat gaan klauteren en dan ook nog eens in een van die gaten tussen de steenblokken vallen en veronderstel dat het me niet lukt naar boven te komen, dan zou niemand weten dat ik lig te verpieteren. Mijn hulpgeroep zou te zwak zijn. Dus dat zou het eind van de rit zijn. Aan het eind, de rit, dat klinkt alsof ik een lange reis gemaakt heb. Maar dat is toch zo? Wat is het leven anders dan een reis? Een stroom van tijd? Een film? Waarvoor, voor wie? Zou er ooit iemand die filmpjes van al die miljoenen mensen gaan bestuderen? En op waarde schatten?
| |
|